Er gebeurde veel goeds in 2017, ondanks dat te veel kinderen ook weer te maken kregen met oorlogsgeweld en natuurrampen. Door die lichtpuntjes weten we: samen maken we het verschil in het leven van kinderen. Kijk maar naar deze zes voorbeelden!
Maria kan weer lachen en spelen.
© UNICEF/Faran
Kinderen in Zuid-Soedan werden afgelopen jaar massaal het slachtoffer van honger. Meer dan een miljoen kinderen raakten ondervoed. De 2-jarige Maria bijvoorbeeld. Zij leed aan ernstige ondervoeding en had daardoor allerlei medische complicaties. Gelukkig werd ze opgenomen in een door UNICEF ondersteunde kliniek. Dankzij de juiste behandeling was ze een maand later weer hersteld. Haar holle blik heeft ze ingeruild voor een brede lach, zoals dat hoort bij een peuter.
Lees hier meer over de hulp die UNICEF geeft bij ondervoeding.
Schoon water is essentieel in de strijd tegen cholera.
© UNICEF/Alawami
De grootste uitbraak van cholera ter wereld vond vorig jaar plaats in Jemen. De ziekte kon zich razendsnel verspreiden, met name onder kinderen, doordat er door de oorlog geen schoon water of goede gezondheidszorg is. UNICEF ondersteunde lokale vrijwilligers die voorlichting gaven over cholera en hygiëne. Fathya is zo’n vrijwilliger: ‘Cholera is een dodelijke ziekte. Een van mijn kinderen werd ziek, dus ik wilde me als vrijwilliger inzetten.’ Hoewel de ziekte nog steeds slachtoffers maakt, neemt het aantal nieuwe choleragevallen sinds oktober gelukkig af.
Lees hier meer over de bestrijding van cholera in Jemen.
Karyna weet dankzij UNICEF hoe ze veilig naar school kan lopen.
© UNICEF/Filippov
Bij landmijnen denk je misschien niet meteen aan Oost-Oekraïne, maar toch is die regio wat mijnen betreft een van gevaarlijkste plekken op aarde. Ruim 220.000 kinderen leven in een omgeving die bezaaid is met onontploft oorlogsmateriaal. Zoals Karyna (14). Ze woont met haar familie dichtbij het front. Elke dag als ze naar school gaat of buiten speelt, loopt ze het risico dodelijk gewond te raken. Dankzij een voorlichtingscampagne, ondersteund door UNICEF, leerde ze hoe ze landmijnen kan herkennen en gevaren kan vermijden.
Misschien wel de grootste humanitaire ramp van 2017 was en is de Rohingya-crisis. In augustus brak er geweld uit in de staat Rakhine (Myanmar), en meer dan 600.000 mensen vluchtten naar Bangladesh. Van hen was zestig procent kind. Baby Umar werd geboren in een vluchtelingenkamp. Hij en zijn moeder raakten al snel ondervoed. UNICEF verzorgde en verzorgt noodhulp in Bangladesh, en de behandeling van ondervoeding is daarvan een belangrijk onderdeel. Zowel Umar als zijn moeder zijn daardoor volledig hersteld. Bekijk hieronder het (Engelstalige) filmpje met hun verhaal.
Bella Rian moest door orkaan Irma met haar familie vluchten naar Barbuda.
© UNICEF/English
Harvey, Irma, Maria: de vriendelijke namen van deze orkanen passen niet bij het spoor van verwoesting dat ze achterlieten op de Caribische eilanden. Op Barbuda bijvoorbeeld werd meer dan 90 procent van de gebouwen beschadigd of vernietigd. Kinderen en hun families werden geëvacueerd naar Antigua. In de opvangcentra van UNICEF op Antigua krijgen kinderen onderwijs en psychosociale hulp. Bella Rian Jackson (6) is een van de vele kinderen die er graag komen. ‘We kunnen nergens anders heen,’ vertelt ze.
Lees hier meer over de hulp aan kinderen na orkaan Irma.
Waibai (rechts vooraan) en haar klasgenoten kunnen dankzij UNICEF internet gebruiken op school.
© UNICEF/Prinsloo
Waibai (12) vluchtte met haar familie uit Nigeria, weg voor het geweld van Boko Haram. Nu woont ze in Kameroen, en daar gaat ze naar een bijzondere school. Dankzij het UNICEF-programma Connect my School zijn er tablets in de klas, en is er toegang tot internet. ‘Ik weer nog goed dat ik voor de eerste keer internet gebruikte,’ zegt Waibai. ‘Het was in januari 2017. Vóór die tijd wist ik niet eens wat internet was.’ Een wereld aan kennis is open gegaan voor Waibai en haar klasgenoten.