De vrijwilligers ontsmetten elkaar, doen hun pakken uit en gaan terug naar de bus om snel weer weg te gaan. Een van hun, Mahamoud Moussa, was onderwijzer maar werd een trouwe Rode Kruis vrijwilliger toen de coronacrisis begon. ‘Ik wil liever iets waardevols toevoegen in deze strijd tegen het virus, liever dat dan thuiszitten en toekijken terwijl de mensen in mijn dorp overlijden,’ legt hij uit.
-Waar gaan we nu heen? Ik weet de planning niet meer
-Naar het hotel met de vermoedelijke gevallen
-Oh ja. Laten we gaan.
Een ander soort rode loper
Ik denk terug aan de laatste keer dat ik in dit hotel was, een paar maanden geleden voor een UNICEF workshop. Een van de oudste en meest bekende hotels in Niamey is nu ‘Hotel Quarantaine’. De rode loper bij de ingang glimt niet zoals normaal. De metaaldetector piept niet meer. Twee ‘astronauten’ staan klaar met hun ontsmettingsmachines en sproeier in hand om onze schoenen te ontsmetten. Ik probeer ze in de ogen te kijken, naar ze te glimlachen, maar ik kan hun blik niet vangen vanachter hun wazige veiligheidsbrillen. Naast hen staan twee agenten, duidelijk moe, en een vriendelijke dokter met een grote glimlach.
-Waar wil je de foto’s nemen?
-Kunnen we naar de quarantaine verdieping?
-Ja, we hebben hem net vanochtend schoongemaakt
-Perfect
We komen bij de receptie. Welkom. Bienvenue. ‘Uff. Que mal rollo,’ zeg ik het Spaans, per ongeluk. Wat een gekke sfeer. De lobby is leeg. De leren banken glimmen van het chloor. De imposante, kristallen kroonluchters die aan het plafond hangen staan uit. De vrijwilligers doen hun plastic rugtassen, gevuld met chloor, weer om. Ik zet mijn camera aan en volg. In de spiegel van de lift zijn we door de mist en de druppels van het ontsmettingsmiddel nauwelijks zichtbaar. We gaan naar de eerste van de vijf verdiepingen, waar ongeveer 70 vermoedelijk besmette mensen kunnen verblijven.