'Hotel Quarantaine'- een dag op pad met een ontsmettingsteam in Niamey, Niger

8 juli 2020 - Suzanna de Ridder

Juan Haro werkt voor UNICEF in Niger. Samen met Alama Keita, de Water, Sanitair en Hygiëne specialist van UNICEF Niger, gaat hij een dag op pad met een ontsmettingsteam in de hoofdstad van Niger. Sinds 19 maart zijn hier 1093 besmettingen gemeld, en de overheid doet veel om het virus in te dammen. Maar onderweg met het team komen Juan en Alama erachter dat de crisis – en vooral ook de gevolgen daarvan –hier nog lang niet voorbij is.  

Corona hotel in Niamey

In Niamey, de hoofdstad van Niger, is het oudste en meest beroemde hotel nu een opvang voor mensen die vermoedelijk besmet zijn met corona. 

In Niamey, de hoofdstad van Niger, is het oudste en meest beroemde hotel nu een opvang voor mensen die vermoedelijk besmet zijn met corona. 

-Zijn jullie van UNICEF? 

-Ja 

-Volg mij 

Het is de eerste dag van de Ramadan, 44 graden in de zon én in de schaduw. We zijn hier te gast bij een ontsmettingsteam van het Rode Kruis en UNICEF. Families van overleden of besmette corona patiënten zijn huiverig om de ontsmettingsteams binnen te laten, en ook om begrafenissen van coronadoden door ambtenaren te laten regelen. Ze zijn bang voor stigma en sociale uitsluiting, en die angst is groter dan de angst voor het virus. Veel groter. In Niamey, en veel andere hoofdsteden in Afrika, zijn buurten overbevolkt en kent iedereen elkaar. Als je buurman erachter komt dat iemand in de familie besmet is, weet binnen de kortste keren de hele buurt het.  

Daar komt nog eens bij dat begrafenissen een enorm groot, heilig goed zijn binnen de Islam. Het is een belangrijk moment waarbij veel mensen samenkomen, vaak honderden, van familie tot kennissen. In veel gevallen heeft deze heilige traditie ervoor gezorgd dat familieleden geen ambulances of zorgverleners inschakelen als iemand overlijdt aan corona. Een ware tijdbom voor de verspreiding van het virus.

Coronateam Niger

Snel, effectief en discreet te werk gaan is dus essentieel voor het ontsmettingsteam. We kijken toe terwijl de Rode Kruis vrijwilligers (jawel, vrijwilligers) in hun pakken springen, de chloorsproeiers aanzetten, en elkaar een box geven.  

-Het is zover 

Als ze het huis binnengaan kijkt een klein meisje ze vol ongeloof aan terwijl ze met een stok in het vuur prikt. Ze snapt niks van de situatie. Wie zijn deze gemaskerde mannen in haar huis? Haar moeder verwelkomt ons met een verlegen glimlach, maar als de ontsmettingsprocedure begint stort ze in elkaar en grijpt ze haar kind. Ze bedekt haar gezicht zodat we haar niet kunnen zien. Een buurman observeert ons van achter een muur. Alleen het geluid van de sproeiers die chloor sproeien op elk object in het huis verbreekt de dodelijke stilte.  

UNICEF team in Niger

Nog geen 15 minuten later is het klaar en moeten we gaan. Geen tijd voor interviews, of foto’s, amper tijd om dankjewel te zeggen, bedankt dat we je huis binnen mochten komen. 

-We moeten gaan Juan 

-Ok, maar kunnen we haar niet even troosten? Uitleggen wat we doen, wat er gaat gebeuren?  

Terwijl de mannen in pak er een eind aan breien, loopt Alama naar de vrouw. ‘Wees niet bang. Een team van psychologen komen vanmiddag langs om met je te praten. Uw man is positief getest op corona. Maar dat betekent niet dat hij dood zal gang, inshallah. Laten we voor hem bidden. Het schoonmaken is om meer besmettingen te voorkomen. Neem de maatregelen serieus. Wees sterk. Tot ziens.’ 

Vrijwilliger UNICEF Niger

De vrijwilligers ontsmetten elkaar, doen hun pakken uit en gaan terug naar de bus om snel weer weg te gaan. Een van hun, Mahamoud Moussa, was onderwijzer maar werd een trouwe Rode Kruis vrijwilliger toen de coronacrisis begon. ‘Ik wil liever iets waardevols toevoegen in deze strijd tegen het virus, liever dat dan thuiszitten en toekijken terwijl de mensen in mijn dorp overlijden,’ legt hij uit.  

-Waar gaan we nu heen? Ik weet de planning niet meer 

-Naar het hotel met de vermoedelijke gevallen 

-Oh ja. Laten we gaan.  

Een ander soort rode loper  

Ik denk terug aan de laatste keer dat ik in dit hotel was, een paar maanden geleden voor een UNICEF workshop. Een van de oudste en meest bekende hotels in Niamey is nu ‘Hotel Quarantaine’. De rode loper bij de ingang glimt niet zoals normaal. De metaaldetector piept niet meer. Twee ‘astronauten’ staan klaar met hun ontsmettingsmachines en sproeier in hand om onze schoenen te ontsmetten. Ik probeer ze in de ogen te kijken, naar ze te glimlachen, maar ik kan hun blik niet vangen vanachter hun wazige veiligheidsbrillen. Naast hen staan twee agenten, duidelijk moe, en een vriendelijke dokter met een grote glimlach.  

-Waar wil je de foto’s nemen? 

-Kunnen we naar de quarantaine verdieping? 

-Ja, we hebben hem net vanochtend schoongemaakt 

-Perfect 

We komen bij de receptie. Welkom. Bienvenue. ‘Uff. Que mal rollo,’ zeg ik het Spaans, per ongeluk. Wat een gekke sfeer. De lobby is leeg. De leren banken glimmen van het chloor. De imposante, kristallen kroonluchters die aan het plafond hangen staan uit. De vrijwilligers doen hun plastic rugtassen, gevuld met chloor, weer om. Ik zet mijn camera aan en volg. In de spiegel van de lift zijn we door de mist en de druppels van het ontsmettingsmiddel nauwelijks zichtbaar. We gaan naar de eerste van de vijf verdiepingen, waar ongeveer 70 vermoedelijk besmette mensen kunnen verblijven.  

Schoonmaakteam corona Niger

Bij de ingang van kamers staan vuilniszakken vol besmet afval. De kamers zijn vanochtend schoongemaakt. We lopen door een slecht verlichte gang. Alsof we de gedoemde passagiers van de Titanic zijn, maar dan midden in de woestijn van Niger. 122, 123, 124, 125. We lopen langs de kamers tot we een openstaande deur tegenkomen.  

 -Is het deze? 

We spieken naar binnen. We zien een medisch team, ze bidden. Een moment van rust tot ze weer aan de slag moeten.  

De ene deur na de andere. Mijn camera raakt oververhit van alle foto’s. Ik mag een vrijwilliger op de foto zetten. Zonder te weten wie er achter de bril schuilgaat, leg ik mijn hand op mijn hart als teken van dankbaarheid en respect. Met ons komt het goed. De moeheid, de hitte en de angst voor besmetting heeft ons dit keer niet verslagen.  

Schoonmaakteam corona Niger

We verlaten het hotel met een diepe waardering voor de zorgverleners, het leger en de jonge vrijwilligers die hun levens op het spel zetten in dit hotel. Puff. Een deken van warmte komt ons tegemoet als we de deuren van het hotel openduwen. Zweetdruppels vormen in onze plastic handschoenen, in onze mondkapjes en rond onze ogen. Het is desoriënterend.  

Ik neem afscheid van Alama en vraag: 

-Alama, wat vond je hier nou van? 

-We moeten door, Juan. Kinderen en vrouwen zijn het meest kwetsbaar in deze crisis. We moeten doorgaan, voor hen. We moeten werken en bidden. Was je kleren voordat je je huis binnengaat vandaag.  

Dit verhaal is vertaald uit het Engels. Het origineel werd geschreven door Juan Haro.