Goed nieuws: in het onderzoek naar hoe het met kinderen gaat op het gebied van mentale- en fysieke gezondheid staat Nederland op nummer 1.
© UNICEF/Schoonewille
‘Dat is heel mooi, maar laten we de kinderen waarmee het niet goed gaat in Nederland niet vergeten,’ aldus Suzanne Laszlo, directeur UNICEF Nederland.
Het UNICEF-rapport ‘Report Card 16’ onderzocht de mentale en fysieke gezondheid van kinderen tussen de 0 en 18 jaar in de 41 meest welvarende landen. Er werd ook gekeken naar hun sociale vaardigheden, hun lees- en rekenniveau en hoe het gaat op school. Nederland staat op de eerste plaats. In vergelijking met de andere landen gaat het goed met kinderen in ons land. In de meeste landen blijkt iets minder dan 80 procent van de kinderen tevreden met hun leven. Nederlandse kinderen zijn het meest tevreden, gevolgd door Mexico en Roemenië. In Turkije zijn kinderen, met 53 procent, het minst tevreden, gevolgd door Japan en Groot-Brittannië. Pesten en het gebrek aan hulp van familie spelen hierbij een grote rol.
Ondanks dat het goed gaat in Nederland, benadrukt het rapport dat geen enkel land op alle thema’s hoog scoort. Opgroeien in een welvarend land blijkt geen garantie voor een gelukkig en gezond leven waarbij goed onderwijs vanzelfsprekend is. ‘We weten uit ons recente Geluk onder Druk-onderzoek dat Nederlandse jongeren de meeste stress ervaren door schooldruk. Naarmate die schooldruk groter wordt, ondervinden jongeren meer emotionele problemen en minder levenstevredenheid. Daar komt de coronacrisis nog bovenop,’ zegt Laszlo.
Thuisonderwijs in coronatijd
© UNICEF/Schoonewille
UNICEF vindt het daarom belangrijk dat kinderen en jongeren de juiste zorg krijgen. ‘Kinderen en jongeren hebben mentaal last van de coronapandemie, daarom moeten we extra alert zijn op hoe het met hen gaat,’ aldus Laszlo. UNICEF roept overheden op om juist in tijden van corona de noodzakelijke beslissingen te nemen om het welzijn van kinderen te verhogen. Kinderen en jongeren hierbij betrekken is essentieel. Veel coronamaatregelen en gevolgen, zoals het sluiten van de scholen, beperkte toegang tot gezondheidszorg, economische achteruitgang en de veranderingen in de werk-privébalans bij ouders, hebben invloed op de ontwikkeling van kinderen en hun mentale en fysieke gezondheid. Laszlo: ‘Juist de armste kinderen en families worden het hardst geraakt en dat kan zorgen voor een grotere ongelijkheid.’