Hoe zien we elkaar?
Aan een groep jongeren vroeg ik vorig jaar: "Hoe denken jullie dat volwassenen jullie zien?” Daar wisten ze wel antwoord op: "Ze denken dat we niks weten", "Ze praten tegen ons alsof we nog heel klein zijn", "Ze nemen ons niet echt serieus, alsof we niks begrijpen". Toen ik vroeg: ”Hoe zien jullie kinderen uit groep 7?” was het antwoord: "Klein", "Ze weten nog niet veel", "Ze weten nog niks over de middelbare school". Zo ging het even door, tot een van de jongeren uitriep: "Maar wacht! Dit is precies wat we net zeiden over hoe volwassenen óns zien"!
En wij, volwassenen, zien wij kinderen en jongeren als volwaardige personen die hun mening mogen geven en waar we ook naar willen luisteren? Janus Korczak stelde er in zijn boek 'Als ik weer klein ben' ook vragen over: ‘Kinderen zijn toekomstige mensen, zegt men. Zij zijn pas in wording, ze bestaan eigenlijk nog niet helemaal, ze horen er nog niet bij… Wat bedoelt men daar toch mee? Wij kinderen: leven wij dan niet, voelen wij dan niet, lijden wij dan niet – net als volwassenen? En de kinderjaren: zijn die dan geen deel van het echte leven – gewoon van iedereen? Waarom willen ze ons toch laten wachten – en waarop?’
Precies daarom hebben alle landen van de wereld met elkaar gesproken over hoe we als wereld recht doen aan de kinderjaren. Uit die discussie ontstond het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind waarin staat wat er minimaal nodig is voor kinderen om goed op te kunnen groeien. Naast bescherming en speciale voorzieningen voor kinderen kwam ook heel duidelijk naar voren dat kinderen serieus genomen moeten worden. Kinderen hebben net als alle andere mensen op de wereld het recht op een eigen mening. Maar de kans dat volwassenen daar naar vragen en het vervolgens ook serieus nemen is niet erg groot. Daarom is afgesproken dat kinderen het recht hebben om gehoord te worden in zaken die hen raken. In overeenstemming met de leeftijd en hun ontwikkeling wordt deze mening ook meegenomen. Ook is het idee hierachter dat kinderen, naarmate ze zich verder ontwikkelen, meer controle en eigenaarschap krijgen en eigen beslissingen leren nemen.