Twee weken na de aardbevingen: wat doet UNICEF voor de kinderen in getroffen gebieden?

Door de verwoestende aardbevingen van 6 februari, de naschokken en een nieuwe aardbeving op 20 februari zijn kinderen en gezinnen ineens afhankelijk geworden van noodhulp. Door donaties van over de hele wereld kan UNICEF dit ook bieden, dit doen we nu voor ruim 8 miljoen mensen, waaronder 4.1 miljoen kinderen: 

Levensreddende noodhulp:

UNICEF deelt levensreddende hulpmiddelen uit zodat de juist de mensen die de aardbeving hebben overleefd, de ondersteuning krijgen die nodig is. Denk hierbij aan kachels, dekens, kleding, noodvoedsel voor kinderen, en medische spullen. Ook geven we cash aan kwetsbare gezinnen, d.m.v. cashtransfers. Zodat zij op de lokale markt kunnen kopen wat ze nodig hebben, of dat nou voeding, medicijnen, of vervoer is. Hiermee stimuleren we het weer op gang komen van de lokale economie. 

Psychosociale ondersteuning: 

De aardbeving is een traumatische ervaring voor kinderen: veel hebben familieleden of vriendjes verloren, veel huizen zijn beschadigd of ingestort, scholen zijn ingestort en lesmateriaal is verloren gegaan, en families zijn hun inkomen kwijt. De psychosociale impact op kinderen is groot.  

UNICEF geeft psychosociale eerste hulp, bijvoorbeeld op opvangplekken, en zal de psychosociale ondersteuning verder opschalen. Ook zorgen we voor ‘kindvriendelijke locaties’ waar kinderen even in een veilige omgeving kunnen spelen en gewoon kind kunnen zijn. 

Alleenstaande kinderen:

UNICEF identificeert kinderen die gescheiden zijn van hun ouders of deze zijn verloren. We geven ze psychosociale eerste hulp om met de traumatische ervaringen om te gaan en herenigen hen met familie waar kan. Zo lopen ze minder risico op verwaarlozing en uitbuiting. 

Onderwijs:

Het is van groot belang dat kinderen zo snel mogelijk weer onderwijs krijgen na een ramp. Niet alleen om te blijven leren, maar ook om hen de kans te geven om structuur terug te krijgen en trauma’s te verwerken. 

UNICEF onderzoekt momenteel de schade aan scholen na rampen en helpt bij het herstel om ervoor te zorgen dat de scholen veilig zijn. In Syrië zijn alleen al minstens 900 scholen beschadigd en 170 worden gebruikt als opvanglocaties. Om kinderen zo snel mogelijk weer onderwijs te laten volgen, zet UNICEF tijdelijke onderwijslocaties op en deelt lesmateriaal uit. Ook zorgt UNICEF voor psychosociale ondersteuning en 'catch-up lessen' om de leerachterstand in te halen waar nodig. 

Water:

In de getroffen gebieden zijn kritieke waterinfrastructuur beschadigd. Dit verhoogt het risico op ziekten als cholera en acute diarree, wat kan leiden tot uitdroging. In Syrië was er voor de aardbeving al een cholera-uitbraak. Het gebrek aan schoon drinkwater na een aardbeving is een groot probleem.  

Met onder ander watertransporten en waterzuiveringstabletten zorgen we dat mensen in Syrië toegang krijgen tot schoon water. Ook zorgen we voor sanitaire voorzieningen en hygiënekits. Daarnaast zijn we, in zowel Syrië als Turkije, druk bezig om de impact op de belangrijkste waterstations en eventuele onderbrekingen en schade aan andere watervoorzieningen in kaart te brengen, om deze zo snel mogelijk te herstellen. 

Gezondheidszorg en voeding:

Ziekenhuizen zijn beschadigd en degene die nog bruikbaar zijn liggen vol met gewonden van de aardbeving. Er is een groot gebrek aan medische spullen en medicijnen. Daarnaast heeft UNICEF grote zorgen over ernstige ondervoeding bij kinderen, en het gebrek aan juiste voedingsstoffen. Al voor de aardbeving was de situatie, met name in Syrië, zorgelijk en deze is nu verder verslechterd. 

UNICEF zet mobiele gezondheid- en voedingsteams in, die onder andere ernstig ondervoede kinderen identificeren en behandelen. Ook adviseren we moeders die zwanger zijn of borstvoeding geven over de juiste voeding tijdens zo’n moeilijke tijd.