Als het gaat om bestaanszekerheid, vinden jongeren dat de regering vooral aandacht moet geven aan zaken als voedsel, zorg en een huis. Dat blijkt uit onze peiling onder meer dan 1000 jongeren in Nederland. 88 procent van de ondervraagde jongeren vindt bovendien dat de politiek niet goed luistert naar de mening van kinderen en jongeren met geldzorgen thuis.
© UNICEF Nederland/vanBergen
Een veelbesproken thema bij de verkiezingen in november is bestaanszekerheid: hebben mensen genoeg geld en kansen om mee te doen in de samenleving. Suzanne Laszlo, directeur UNICEF Nederland: “Minder veelbesproken is wat kinderen en jongeren vinden van bestaanszekerheid en hoe dit hen raakt. Terwijl hun stem juist in dit debat zo belangrijk is.”
Uit een representatieve peiling van UNICEF Nederland blijkt dat jongeren van 10 tot en met 17 jaar willen dat de regering zich bij bestaanszekerheid focust op primaire levensbehoeftes: het betaalbaar maken van eten en drinken (62 procent), zorg (49 procent), gas, water en elektriciteit (36 procent) en huizen (32 procent).
Veel kinderen merken in hun eigen omgeving dat bestaanszekerheid een thema vormt: “Mijn vader en moeder moeten heel hard werken, alleen al om de rekeningen te kunnen betalen. Vroeger konden we vaker leuke dingen doen, tegenwoordig nooit meer (…).”
Samenvatting van de jongerenopiniepeiling
Kinderen die thuis geldzorgen ervaren, kunnen minder goed meedoen in de samenleving. Dit leidt tot een gevoel van uitsluiting, isolement, eenzaamheid en mentale problemen. Dat blijkt ook uit de peiling. Zo zegt een van de ondervraagden: “Ik heb echt stress door geld. Ik kan me minder goed concentreren op school daardoor."
88 procent van de jongeren antwoordt ‘nee’ op de vraag of ze vinden dat de politiek luistert naar de ideeën en behoeften van kinderen en jongeren die te maken hebben met geldzorgen thuis. Onder kinderen en jongeren die thuis daadwerkelijk te maken hebben met geldzorgen ligt dit nog hoger: maar liefst 93 procent vindt dat er niet naar hen wordt geluisterd door de politiek.
UNICEF Nederland roept politici dan ook op om alle kinderen en jongeren in Nederland een volwaardige stem te geven bij het maken van beleid op bestaanszekerheid. Laszlo: “Er wonen 3,3 miljoen minderjarigen in Nederland en het beleid van de overheid heeft directe invloed op hun ontwikkeling. Het is dan ook volkomen logisch dat we hen een stem geven bij dit beleid."
UNICEF voert vier keer per jaar jongerenopiniepeilingen uit, onder jongeren van 10 jaar tot 18 jaar, om te onderzoeken wat hen bezighoudt en om de stem van jongeren te laten horen. De jongerenopiniepeilingen worden uitgevoerd door No Ties in opdracht van UNICEF Nederland. In totaal hebben ruim 1000 jongeren aan dit onderzoek meegedaan.