1 op de 8 meisjes wereldwijd slachtoffer van seksueel geweld of verkrachting

Seksueel geweld tegen kinderen wereldwijd 

De nog nooit eerder gemaakte analyse van seksueel geweld tegen kinderen, laat zien dat het wijdverbreid voorkomt. Sub-Sahara Afrika kent het hoogste aantal slachtoffers, met 79 miljoen getroffen meisjes en vrouwen (22 procent), gevolgd door 75 miljoen in Oost- en Zuidoost-Azië (8 procent). Maar ook in Europa en Noord-Amerika hebben maar liefst 68 miljoen meisjes en vrouwen te maken gehad met seksueel geweld, wat gelijk staat aan 14 procent van de bevolking.

Ook jongens en mannen worden getroffen, zo blijkt uit de gegevens. Naar schatting hebben 240 tot 310 miljoen jongens en mannen verkrachting of seksueel misbruik meegemaakt tijdens de kindertijd.

Kinderen in kwetsbare omgevingen lopen nog meer risico 

In kwetsbare omgevingen zoals conflictgebieden of gebieden waar grote aantallen vluchtelingen wonen, lopen meisjes een nog groter risico: meer dan 1 op de 4 meisjes loopt daar het risico op verkrachting of seksueel misbruik.

“Kinderen in kwetsbare omgevingen zijn extra kwetsbaar voor seksueel geweld,” zei Laszlo. “We zijn getuige van afschuwelijk seksueel geweld in conflictgebieden, waar verkrachting en gendergerelateerd geweld vaak worden gebruikt als oorlogswapens.”

Langdurige gevolgen voor kinderen

Trauma's van seksueel geweld kunnen een leven lang doorwerken. Slachtoffers lopen hogere risico's op seksueel overdraagbare aandoeningen, middelenmisbruik, sociaal isolement en psychische problemen zoals angst en depressie. Kinderen die te maken hebben met deze vorm van geweld, lopen ook meer risico om dat nog eens mee te maken.

“Seksueel geweld tegen kinderen veroorzaakt een diep en blijvend trauma", zegt Suzanne Laszlo, directeur van UNICEF Nederland. “Deze cijfers laten zien dat we veel meer moeten doen om dit geweld te stoppen.”

Oproep tot actie 

UNICEF dringt er bij regeringsleiders op aan om te zorgen voor betere informatie over het herkennen en melden van geweld, te investeren in het verzamelen van meer data, zorgen voor meer toegang tot hulpverlening, en het ontwikkelen van betere wet- en regelgeving om kinderen te beschermen.