De leefomstandigheden van vluchtelingenkinderen in de noodopvanglocaties in Nederland zijn beneden alle peil. Dat zeggen jeugdgezondheidszorg- en onderwijsprofessionals in een onderzoek van de Werkgroep Kind in azc, waar UNICEF Nederland onderdeel van is, dat vandaag op Wereldvluchtelingendag verschijnt.
© UNICEF Nederland
Het rapport Noodsituatie in de noodopvang laat zien dat de opvang van kinderen niet goed is. De Werkgroep Kind in azc roept op om direct de meer dan 2000 kinderen uit de noodopvanglocaties te halen en over te plaatsen naar kleinschalige, stabiele en blijvende asielopvang. Kinderen in de noodopvang lopen aantoonbare ontwikkelingsschade op en hebben onvoldoende toegang tot onderwijs en zorg. Ook raken kinderen ondervoed. Er is specifieke aandacht voor kinderen nodig in de nieuwe crisisaanpak van het kabinet.
‘Kinderen raken steeds verder in de knel door de crisis in de asielopvang’, zegt Arja Oomkens, coördinator van Werkgroep Kind in azc en kinderrechtenspecialist bij UNICEF. ‘Al een jaar luiden we de noodklok, maar niemand komt met een oplossing. Instanties en professionals zijn het er al lang over eens dat het zo niet langer kan. De Inspectie Justitie en Veiligheid en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd stellen dat nu ook. De Werkgroep Kind in azc vindt de leefsituatie in de noodopvang onacceptabel. Alle kinderen moeten direct uit de noodopvang moeten worden geplaatst.’
Volgens de meer dan 80 ondervraagde professionals komen de belangen van kinderen in bijna alle noodopvanglocaties dramatisch in de knel. Kinderen voelen zich onveilig door gebrek aan privacy en slapen slecht door lawaai in de nacht. Professionals weten niet hoe lang een kind op een noodopvanglocatie blijft, en onderwijs wordt daarom niet altijd opgestart. Lang niet alle kinderen zitten binnen drie maanden op school. Volgens docenten hebben kinderen die wel naar school gaan concentratieproblemen en vallen ze in de klas in slaap.
De Werkgroep Kind in azc is een samenwerkingsverband tussen Defence for Children, Save the Children, Stichting De Vrolijkheid, UNICEF Nederland en VluchtelingenWerk Nederland. De Werkgroep benadrukt dat een van de oplossingen ligt in kleinschalige, stabiele, blijvende opvang, waar kinderen blijven totdat op hun asielverzoek is beslist. Hier kan hun veiligheid worden gewaarborgd, kunnen kinderen sneller toegang krijgen tot zorg en onderwijs, en zich gezond ontwikkelen.
meisje met haar moeder in de noodopvang
© UNICEF Nederland
Verschillende JGZ-professionals noemen slechte voeding als een groot probleem in de noodopvang. Kinderen zijn niet bekend met het Nederlandse eten dat daar wordt geboden en eten slecht. Door gebrek aan leefgeld en eigen kookvoorzieningen in de noodopvang, hebben ouders hier zelf geen invloed op en maken zij zich grote zorgen over de gezondheid van hun kinderen.
Ook met toegang tot zorg is het dramatisch gesteld. Volgens jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen vindt er slechts een beperkte medische intake plaats, maar niet in alle gevallen, waardoor kinderen soms helemaal niet in beeld zijn. Zorgprofessionals zien daarnaast weinig tot geen mogelijkheden tot doorverwijzing naar noodzakelijke specialistische zorg, zoals jeugd-GGZ, jeugdzorg en logopedie. Ook kunnen kinderen met speciale onderwijsbehoeften, bijvoorbeeld vanwege analfabetisme of lichamelijke beperkingen, nergens terecht of moeten ze lang wachten op een plek.
Professionals zien in hun werk heel veel gezinnen die in één jaar meer dan drie keer verhuisd zijn tussen verschillende noodopvanglocaties. Zij geven aan dat het daardoor onmogelijk is om continuïteit van zorg en onderwijs te bieden. Docenten en zorgverleners weten niet altijd waar een kind naartoe verhuist, of kinderen zijn plotseling vertrokken, waardoor een overdracht of afscheid niet mogelijk is. ‘Voordat de gewenste zorg ingezet kan worden, zijn de gezinnen vaak plotseling verhuisd’, zegt een JGZ-professional in het onderzoek. Dit speelt ook in het onderwijs. Ook zien professionals dat kinderen in sociaal isolement raken en kampen met psychosociale klachten.