Morgen debatteert de Eerste Kamer over de Spreidingswet. UNICEF Nederland heeft de Eerste Kamer dringend opgeroepen te stemmen vóór de wet. De wet is essentieel voor de veiligheid en ontwikkeling van duizenden kinderen in de asielopvang.
© UNICEF Nederland
Mahir (10 jaar) uit Syrië
In de noodopvang wordt Mahir ‘s nachts vaak wakker, om daarna vaak niet goed meer in slaap te vallen. Zijn slaapkamer bestaat uit vier bedden, heeft geen deur, geen plafond en slechts een dunne wand die dienst doet als muur. Mahir kan de andere 500 bewoners dus heel goed horen. De harde geluiden, de telefoons die afgaan.
’s Nachts heeft Mahir nachtmerries over de vlucht naar Europa, overdag heeft hij niets te doen: in de kinderhoek liggen slechts een paar stukken karton.
Er zijn duizenden verhalen van kinderen zoals Mahir. Want duizenden kinderen verblijven, soms al jaren, in noodopvanglocaties. Plekken zonder onderwijs, goede zorg, privacy of begeleiding. Plekken ook waar kinderen vaak even mogen wonen, alvorens ze weer moeten verhuizen. Niet naar een stabiele, veilige, kleinschalige opvangplek, maar weer naar een nieuwe tijdelijke opvanglocatie met dezelfde sobere voorzieningen. Kortom: plekken die allerminst geschikt zijn voor kinderen.
Door de druk op de asielopvang vallen duizenden kinderen tussen wal en schip, met alle mogelijke gevolgen van dien. Asielzoekerskinderen zijn extra kwetsbaar en hebben meteen goede begeleiding en veilige opvang nodig.
De Spreidingswet kan daarvoor zorgen.
UNICEF Nederland roept de Eerste Kamer op om te stemmen vóór deze wet. Omdat deze wet gaat zorgen voor meer opvangplekken voor kinderen. Maar bovenal omdat een stem voor de Spreidingswet erkent dat elk kind, ongeacht zijn of haar achtergrond, recht heeft op veiligheid, onderwijs en een kans op bestaan.