Voor veel kinderen in het Caribisch deel van ons Koninkrijk is veilig en kansrijk opgroeien niet vanzelfsprekend. Armoede komt veel voor, de kosten van levensonderhoud zijn hoog, en veel ouders hebben meerdere banen nodig om het hoofd boven water te houden. Dat leidt tot veel stress in gezinnen en ook kindermishandeling komt veel voor.
Het VN-Kinderrechtencomité pleit dan ook voor extra investeringen in kinderbescherming en in het voorkomen van kindermishandeling, bijvoorbeeld door campagnes over positief opvoeden. Er zijn nog te veel verschillen met Europees Nederland in sociale voorzieningen en de mogelijkheden op het gebied van sport en spel voor kinderen. Ook dat moet veranderen, vindt het Comité.
Kinderen in de Caribische delen van ons koninkrijk moeten veilig en kansrijk opgroeien. Ons programma bestaat uit vijf pijlers:
We werken samen met de lokale overheden en ondersteunen op drie niveaus:
© UNICEF/van Beek/2023
© UNICEF/van Beek/2023
De afgelopen jaren zijn goede stappen gezet en mooie resultaten gehaald. Een greep daaruit:
Dankzij de resultaten van de afgelopen jaren ligt er een goede basis voor een veiliger en kansrijker omgeving voor kinderen op de eilanden. Maar meer inzet is nodig om de behaalde resultaten verder te verduurzamen en verbreden. Terwijl het de lokale overheden ontbreekt aan voldoende menskracht en middelen, komen de eilanden niet in aanmerking voor internationale hulpgelden. Daarom zoekt UNICEF Nederland naar extra middelen om de kinderen op de eilanden te kunnen blijven ondersteunen.
Het Nederlandse Koninkrijk heeft een Europees en een Caribisch deel. Bonaire, Sint Eustatius en Saba vormen samen met Curaçao, Aruba en Sint Maarten het Caribische deel, Nederland vormt het Europese deel.
Het Koninkrijk bestaat uit vier landen bestuurd door een eigen regering: Nederland, Curaçao, Aruba en Sint Maarten.
Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn bijzondere gemeenten van Nederland en worden ze samen Caribisch Nederland genoemd, of ook wel de BES eilanden.
De Nederlandse overheid is samen met de overheden van Curaçao, Aruba, Sint Maarten en de openbare lichamen van Bonaire, St Eustatius en Saba verantwoordelijk voor de kinderrechtensituatie binnen het Nederlandse Koninkrijk.