Tweederde van de kinderen wereldwijd – of 1,3 miljard kinderen tussen de leeftijd van 3 en 17 jaar – heeft geen internetverbinding thuis, volgens een nieuw gezamenlijk rapport van UNICEF en de Internationale Telecommunicatie-Unie (ITU).
Het rapport ‘Hoeveel kinderen en jongeren hebben internettoegang thuis?’ laat zien dat dit ook voor onder jongeren van 15-24 jaar geldt: 759 miljoen of 63 procent heeft geen toegang tot het internet.
"Dat zoveel kinderen en jongeren thuis geen internet hebben, is meer dan een digitale kloof – het is een digitale ravijn", zegt Henrietta Fore, directeur van UNICEF. "Gebrek aan connectie beperkt niet alleen de mogelijkheid van kinderen en jongeren om online verbinding te maken. Het belemmert hen om te kunnen concurreren in de moderne economie. Het isoleert ze van de wereld. En in het geval van schoolsluitingen, bijvoorbeel door corona, zorgt dit voor grote achterstand op het onderwijs. Kortom: gebrek aan internettoegang kost de volgende generatie hun toekomst."
Bijna een kwart miljard scholieren wereldwijd worden nog steeds geraak door corona. Scholen zijn dicht, waardoor honderden miljoenen jongeren en kinderen moeten overgaan op digitaal les. Voor mensen zonder toegang tot internet, kan het onderwijs buiten bereik komen.
De digitale kloof laat nog meer de ongelijkheden zien, aldus het rapport. Kinderen en jongeren uit de armste huishoudens, plattelands- en lagere inkomenslanden lopen nog verder achter op hun leeftijdsgenoten en hebben weinig kans om deze achterstand in te halen.
Wereldwijd heeft 58 procent van de scholieren uit de rijkste huishoudens een internetverbinding thuis, vergeleken met slechts 16 procent van de armste huishoudens. Minder dan 1 op de 20 scholieren uit lage-inkomenslanden heeft een internetverbinding thuis, vergeleken met bijna 9 op de 10 uit landen met een hoog inkomen. Ongeveer 60 procent van de scholieren in stedelijke gebieden heeft geen internettoegang thuis, vergeleken met ongeveer driekwart van de scholieren in plattelandshuishoudens. Sub-Sahara Afrika en Zuid-Azië zijn het meest getroffen: ongeveer 9 op de 10 kinderen heeft daar geen toegang tot het internet.
Sheila studeert thuis in Kibera, Kenia. Een keer per week stuurt haar leraar vragen via de telefoon van haar ouders. Ze drukt ze af, vult de vragen in en stuurt ze terug om na te laten kijken. Sheila zit in haar laatste schooljaar, maar ze maakt zich zorgen dat ze haar examens niet haalt vanwege de sluiting van alle scholen door de corona-pandemie.
© UNICEF/Otieno
Zelfs wanneer kinderen thuis een internetverbinding hebben, hebben ze er vaak geen toegang toe. Vanwege de druk om te werken of klusjes te doen, gebrek aan voldoende devices zoals laptops of tablets of aan kennis over de online mogelijkheden. Meisjes krijgen vaker minder of geen toegang tot internet. Er zijn ook zorgen over online veiligheid, aangezien sommige ouders hierover onvoldoende over weten.
"Het verbinden van de bevolking op het plattenland blijft een grote uitdaging," zei ITU secretaris-generaal Houlin Zhao. "Bijna 1,3 miljard scholieren, meestal uit lage-inkomenslanden en plattelandsregio's, lopen het risico hun opleiding niet goed te kunnen volgen omdat ze thuis geen toegang hebben tot internet."
Vorig jaar lanceerden UNICEF en ITU ‘Giga’, een wereldwijd initiatief om elke school en de buurt eromheen te verbinden met het internet.