De asielnoodmaatregelenwet verergert situatie kinderen in de asielopvang

25 oktober 2024

Vandaag heeft de ministerraad een besluit genomen over vergaande maatregelen op het gebied van asiel, onder de noemer asielnoodmaatregelenwet. De ambities van dit kabinet hebben negatieve impact op de ontwikkeling van kinderen. En raken niet de kern van de echte nood: de slechte situatie voor kinderen in de asielopvang. UNICEF Nederland maakt zich hier grote zorgen over.  

opvang in Gorinchem

Situatie verslechtert 

Kinderen zitten op locaties in slechte hygiënische omstandigheden, de toegang tot zorg en onderwijs is niet op orde, er is geen privacy en de veiligheid staat flink onder druk. Daar doet het kabinet niks aan in het vandaag gepresenteerde maatregelenpakket. De combinatie van niks doen aan de échte nood voor kinderen en de effecten van de voorgestelde maatregelen op kinderen verslechtert de situatie alleen maar verder.

Maatregelen hebben groot effect op kinderen

Onder de asielnoodmaatregelenwet wil het kabinet aan de slag met een strenger en soberder asielbeleid. De huidige manier van opvangen is al erg sober en brengt risico's mee voor de ontwikkeling van kinderen. De omstandigheden, met name in de noodopvang, zijn totaal ongeschikt voor kinderen. De situatie is instabiel en onveilig. De voorgestelde maatregelen zullen naar verwachting de situatie voor kinderen verder verergeren. Maatregelen die in het bijzonder grote effecten op kinderen hebben:

  • Intrekken Spreidingswet

Onder de Spreidingswet kunnen kleinschalige, vaste voorzieningen gerealiseerd worden, verspreid over het land. Dat is gunstig voor kinderen, zij zijn gebaat bij een stabiele en overzichtelijke opvanglocatie. Het loslaten van de Spreidingswet en het inzetten op grote locaties heeft grote nadelige effecten voor kinderen. We hebben gezien hoe op (heel) grote locaties de veiligheid van kinderen in het gedrang komt. Ze worden niet of nauwelijks gezien, waardoor ze niet de juiste hulp krijgen die ze nodig hebben.  

  • Vergunningen bepaalde tijd

Het afschaffen van een vergunning voor onbepaalde tijd betekent dat er altijd verblijfsonzekerheid is. In de praktijk signaleren hulpverleners nu al dat asielzoekerskinderen zich moeilijker hechten, omdat ze steeds opnieuw moeten beginnen. Dit neemt toe als de vergunning voor onbepaalde tijd wordt afgeschaft. Dit is risicovol voor de sociale ontwikkeling van kinderen: ze zijn minder geneigd vriendjes te maken, zich onderdeel te voelen van hun omgeving of toekomstplannen te maken. Daarbij maken we ons zorgen om de situaties die ontstaan als kinderen na vele jaren in Nederland toch teruggestuurd worden naar een land dat ze niet kennen.  

  • Schrappen taakstelling en sobere woonvoorzieningen  

Het schrappen van de taakstelling om een woning te verzorgen voor statushouders zonder een alternatieve oplossing te bieden, zorgt dat kinderen zwaar de dupe worden. Het loslaten van de taakstelling betekent dat kinderen langer in de opvang verblijven; een omgeving die ongeschikt en onveilig is. Ook het plan om te kiezen voor sobere doorstroomlocaties voor statushouders baart ons zorgen. Kinderen hebben het recht zich te ontwikkelen en daarvoor is een stabiele plek van belang. Daar lijkt deze ambitie niet aan bij te dragen.  

  • Asielbeslisstop

Het kabinet kondigt aan om zo snel als mogelijk de ambities uit het regeerprogramma met betrekking tot de asielcrisiswet aan het parlement voor te leggen. Deze maatregelen bevatten onder andere een asielbeslisstop. UNICEF Nederland vreest dat een asielbeslisstop de duur van het verblijf in de (nood)opvang verlengt. Dit leidt niet alleen tot een langer verblijf in de opvang, maar ook tot meer verhuisbewegingen en zodoende meer stress bij kinderen. 

Welke noodmaatregelen zijn wel nodig?  

In de noodmaatregelen lezen we niets terug over de echte nood: de situatie van kinderen in de asielopvang. De echte noodmaatregelen zouden dan ook moeten worden getroffen om deze situatie te verlichten. Denk aan het dringend terugdringen van het aantal verhuisbewegingen, het waarborgen van toegang tot zorg en onderwijs en een minimumniveau aan privacy.