Iedereen met een gezond verstand zou hier vertrekken
28 mei 2015 - Laura WestendorpMet het vliegtuig gaan we naar Malakal, in het noorden van het land. De VN brengt ons, dus dat betekent weer een formulier en opnieuw wachten op stempels.
Met het vliegtuig gaan we naar Malakal, in het noorden van het land. De VN brengt ons, dus dat betekent weer een formulier en opnieuw wachten op stempels.
Opvangkamp Malakal is geen beste plek om te verblijven. Op meerdere plekken staat het gebied onder water. Sommige tenten staan met één kant in de troebele, groenige sloot. Het water oogt vies, maar bevat geen ziekmakende bacteriën, verzekert hygiëne-expert Koji Kumamaru mij. Uit voorzorg is er desinfecterend middel aan het water toegevoegd. Toch wordt er al wel een cholerakamp bijgebouwd. In de buurt van het kamp is een eerste besmetting geconstateerd en dus wil UNICEF op alles voorbereid zijn. "Ondervoede kinderen, zoals er velen in dit kamp zijn, sterven acuut als ze cholera krijgen", legt Koji uit.
Tussen de hutten ligt een vieze, bruine drek. Tienduizend mensen wonen hier zij aan zij. Er hangt een zware lucht van ongewassen mensen. Dat toiletten hier een schaarse luxe zijn ondervind ik zelf, als ik na de lange vlucht hoognodig moet. De slechts met een kapot gordijn afgeschermde rij latrines die ik in het kamp zie hoef ik gelukkig niet te gebruiken. Pas na een eind lopen en een paar keer vragen kan ik terecht bij het ziekenhuisje; ik krijg de sleutel mee. Het valt me op dat meer mensen de latrines mijden: op meerdere plekken ligt poep.
"Iedereen met een gezond verstand zou hier vertrekken. Je moet er dus wel vanuit gaan dat de mensen het echt niet durven, dat de situatie nog te gevaarlijk is", concludeert Jonathan Veitch, directeur van UNICEF in Zuid-Soedan. Ook buiten de overvolle kampen zitten vluchtelingen. Ze houden zich verscholen in de bossen. Wanneer sommigen van hen wel de kampen bereiken, soms na dagen lopen, stuurt UNICEF hulp naar die afgelegen gebieden. "We brengen medicijnen en voedsel. En we brengen in kaart waar grote aantallen mensen zich bevinden. Als de situatie in het land erger wordt, weten we waar we hulp moeten bieden."
Eén van de mensen die net in het kamp is aangekomen, is de 19-jarige Sarah met haar jonge zoontje. Hij is ziek en ondervoed. Omdat het zo slecht met hem ging, moest ze de tocht naar het kamp wel wagen. Nu ligt hij stil, met overal slangen, in het enige ziekenhuis van Malakal. "Ik ben ongerust", vertelt Sarah. "Ik weet niet wanneer hij beter wordt." Zoals meer kinderen hier lijdt het jongetje aan complicaties veroorzaakt door een verzwakt immuunsysteem. En dat komt weer doordat hij onvoldoende voedsel binnenkreeg.
Ondervoeding gaat een groot probleem worden, voorziet Jonathan. In deze tijd van het jaar zouden mensen moeten zaaien, om straks te kunnen oogsten. Vanwege de onlusten durven ze zich niet op de landbouwgronden te wagen. "Over twee maanden zijn de laatste reserves echt op. En met het invallen van de droogte kunnen ze ook geen vis meer vangen of wilde planten eten. Dan breekt hier een hongersnood uit. Dat zien we nu al aankomen."
Lees meer blogs van Laura uit Zuid-Soedan